Rotterdam-Rijnmond

Het verhaal door de eeuwen heen

Het verhaal door de eeuwen heen

van 1200 tot 1600

Oudste naam voor het beroep
Het oudste woord voor loods in onze taal is leytsage, ook wel geschreven als leitsagher. Het werd al gebruikt in de 14e eeuw. Leit is verwant met ons werkwoord leiden en sagher heeft te maken met het Duitse sagen en ons zeggen. De betekenis van leitsagher was leidsman, gids, loods of wegzegger.

Een Rotterdamse loods
De oudste scheepvaart naar en van Rotterdam had ongetwijfeld soms behoefte aan een deskundige, die de schipper als gids diende. Een diep geladen schip of een plaatselijk onbekende schipper was gediend met een Rotterdammer, die zich als loods beschikbaar stelde. Het loodsloon werd toen in onderling overleg geregeld. Vissersmannen zagen een aardige bijverdienste in dit werk. Als schippers een loods zochten werd hierover met Herbergiers bemiddeld.

Ontwikkeling van de Maas
De Maas krijgt een gezicht. De ingang van de Maas wordt bijvoorbeeld voorzien van een baken en verlichting voor schepen die langs Brielle naar Rotterdam varen. En Machteld van Voorne sluit in 1358 een verdrag met de Hanzestadt Dordrecht waarin wordt overeengekomen dat in het “Gat van de Maze” vier tonnen gelegd mogen worden. Dit alles ter beveiliging van de scheepvaart.

In deze tijd krijgt de stad Goeree van Frank van Borssele het recht om tongelden te heffen. Hiermee kunnen ze de kosten van het verplaatsen, opnemen en uitleggen van de tonnen bekostigen.

Gebruik van loods verplicht
Vòòr 1600 stond de loodsdienst onder toezicht van de stad Brielle. De stad Brielle erkende wel de medezeggenschap van Rotterdam, Delft en Schiedam. Op last van Philip II wordt in 1563 het gebruik van een loods verplicht gesteld.

van 1600 tot 1800

Overheid bepaald bepalingen
In het jaar 1616 zorgt de landelijke overheid voor bepalingen die de loodsdiensten, de betonning, bebakening en verlichting van de zeegaten regelen. Door de Staten van Holland en Westvriesland worden regels voor de loodsdienst van de Maasmond vastgesteld. Ze schrijven de loodsen voor dat de vaargeulen na elke storm moeten worden gepeild met betrekking tot de vaardiepte van ongeveer 10 voet. Dat was voor die tijd nog voldoende. De loodsen werden per loodsreis betaald op grond van de grootte en de diepgang van het beloodste schip en de afstand van het afgelegde traject.

 

Aanstelling loods
 loodsmanteken volgens de gravureBij de aanstelling als loods werd de naam opgetekend, de eed afgenomen en een ‘Lootsmans teycken’ met nummer uitgereikt, wat bestond uit een loden, later een koperen plaat. Dit moest duidelijk zichtbaar links op de borst gedragen worden. Bij het verlaten van de dienst of wanneer men tijdelijk op haring wilde vissen, moet het worden ingeleverd. Als dit niet werd gedaan volgde er een boete van zes gulden. Verrichtingen zonder aangesteld te zijn als loods werd beboet met zes gulden en hij moest het verdiende loodsgeld overdragen aan de aangestelde loodsen. Na 1621 werd die boete 24 gulden.

Foto: loodsmanteken volgens de gravure van J.C. Philips, ca. 1750

De organisatie van een loodsdienst
In het jaar 1646 stelt Rotterdam binnenloodsen aan. Maar van een georganiseerde loodsdienst is dan nog geen sprake. Op 1 oktober 1661 vaardigen ze een nieuwe ordonnantie uit voor de beloodsing van de Maasmond en het Goerese gat. De loodsplicht wordt van een minimum diepgang van negen voet teruggebracht tot zeven voet. Bovenop het loodsgeld moet ieder binnenkomend schip dan nog een gulden betalen als “pilotagegeld”.

In 1662 komt er een Rotterdamse loodsdienst. Zij leveren binnenloodsen voor reizen van de stad naar plaatsen binnen de zeegaten. Behalve naar Den Briel, Hellevoetsluis en Dordrecht worden er ook loodsreizen gemaakt naar Vlissingen, Gouda en Amsterdam.

De Loodsboten van Rotterdam
In 1661 gaat de eerste loodsboot genaamd ‘’s Landts-Welvaeren’ loodsdiensten verrichten voor de Maasmond en het Goerese Gat. Er wordt een regeling getroffen voor de aanschaf en onderhoud van de loodsboten. Deze loodsboten worden door de steden Delft, Rotterdam, Schiedam en Den Briel aangewezen.
Foto: Een afbeelding van een Postkaart van Jacob Quack toont een loods, die op zee via een touw van de loodsboot omhoog klimt naar het te beloodsen schip.

Loodswezen bij de Marine
In 1795 wordt de Bataafse Republiek uitgeroepen. Alle resoluties en ordonnantiën worden nietig verklaard. Het Loodswezen stellen ze onder het “Committee tot de Zaken der Marine”. De Betonning, Bebakening en Verlichting komen definitief onder het bestuur van het Departement van Marine.

Van 1800 tot 1900

Het beloodsen
Rond 1800 worden de loodsen aan boord gebracht van de te beloodsen schepen door gewone vissersschepen. Ze zijn eigendom van de loodsen en kruisen op toerbeurt voor de zeegaten.

Nieuwe loodsdienst
Volgens een Koninklijk Besluit van 5 juli 1835 wordt een “Algemeen Reglement op de Loodsdienst in het Koningrijk der Nederlanden” uitgevaardigd. Van Rijkswege wordt er een loodsdienst ingesteld voor de zeegaten van Texel, Vlieland en Terschelling. En in het Zuiden voor Goederede, Brouwershaven en de Maas.

In het Engelse Kanaal kruisen drie loodsschuiten die zeeloodsen aan boord hebben voor de Zeegaten van de Schelde, Brouwershaven en de Maas.

Vanaf dat moment maakt men onderscheid tussen de rijksloodsen die in dienst zijn van de vaste loodsdienst en de buitengewone loodsen van de loodsdienst die door een vereniging wordt onderhouden.

Uniform en uitrusting
Voor rekening van de loodsdienst werd aan iedere loods een zilveren loodsmansteken uitgereikt. Op het teken van de zeeloodsen waren twee ankers gegraveerd en op die van de binnenloodsen één anker. Op beide was er een loodlijn omheen gestrengeld, waaraan een dieplood hing.

Bij de buitengewone loodsen was het teken niet van zilver, maar van koper. Op dit teken werd standplaats, de kwaliteit van de loods en zijn nummer vermeld. Het teken werd door de loodsen aan boord en aan de wal zichtbaar op de kleding gedragen.

In 1881 werd aan alle opvarenden van een loodsvaartuig een Macintosh zwemgordel verstrekt, wat de veiligheid bevorderde.

Foto: Loodsmantekens van een binnenloods te Hellevoetsluis

Verbetering van het zeegat
In 1855 ondersteunen B&W van Rotterdam het denkbeeld om het zeegat van de Nieuwe Maas te verbeteren. De regering besluit een onderzoek te doen en geeft de opdracht aan Ingenieur P. Caland.

Eerste loodswet komt tot stand
In 1859 komt de eerste loodswet tot stand, waardoor alle zee- en binnenloodsdiensten in ons land worden verenigd in een Rijksloodswezen.

Op 1 januari 1860 worden volgens deze loodswet alle plaatselijke binnenloodsdiensten opgeheven. Door deze maatregel komt er een einde aan 2 eeuwen Rotterdamse binnenloodsdienst.

Vanaf nu zijn er voor het Goereese Gat en de Maasmond 5 rinkelaars (vissersboten die als loodsvaartuigen dienen) in dienst en voor het Brouwershavense Gat kruist een kotter.

Op 12 april wordt in de vergadering van de Gemeenteraad van Rotterdam de eerste verordening op de havenloodsdienst vastgesteld en op 4 mei worden de eerste 6 loodsen aangesteld.

Verbetering van de Waterweg
Op 31 oktober 1866 steekt Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje de eerste spade in de grond ter verbetering van de Waterweg van Rotterdam naar Zee. En op 26 november 1868 steken ze de buitendam door waardoor de verbinding met de Noordzee een feit is. In december dat jaar is het kanaal dan voltooid.

In 1870 maken twee loggers voor het eerst gebruik van het kanaal om naar zee te varen. In die tijd wordt de Waterweg nog door het Loodswezen betond. Als eenmaal de betonning aanwezig is, neemt de scheepvaart meer en meer toe.

In 1880 wordt dan een loodskotter gestationeerd voor de Nieuwe Waterweg. Deze is belast met het afhalen van de loodsen van de uitgaande schepen.

Aanleg Berghaven
In 1883 vindt de aanleg plaats van de Berghaven. Deze is voor de Rijksvaartuigen in dienst van de Waterstaat, het Loodswezen en Douane.

Van 1900 tot 2000

Eerste stoombootloodsvaartuig
Begin 1900 krijgt de Nederlandse Stoombootmaatschappij te Feijenoord de opdracht voor de bouw van het eerste Nederlandse stoomloodsvaartuig. Tijdens de bouw ontvangt hij de naam van “Inspecteur Generaal Twent” en op 1 januari 1901 wordt hij in gebruik genomen voor de dienst te Hoek van Holland. Op 1 februari 1905 wordt het stoomloodsvaartuig “Hellevoetsluis” voor Hoek van Holland in gebruik genomen.
Foto: Stoomloodsvaartuig no.19, in dienst voor Hoek van Holland vanaf 1923. Hij liep op een mijn op 11 mei 1940 en is verloren gegaan.

Gemeentelijke ambtenaren
In 1920 worden havenloodsen in de gelegenheid gesteld om in betaalde gemeentedienst te komen (gemeentelijk ambtenaar).

Uniform en uitrusting loodsen
In 1925 werd het loodsmanteken niet meer gedragen. Door het gebruik van een uniform was de behoefte aan een legitimatie in de vorm van een insigne niet meer nodig. Als kleding werd de blauwe kleur gedragen in de vorm van een jas met knopen van model, een vest, een broek en een hoed of blauw lakensche muts. Later werd dit een pet met petembleem. Vanaf 1966 was dit een witte uniformpet die het gehele jaar door werd gedragen.

Foto: Een rijksloods op de brug van een schip, ca. 1916.

Eerste motorloodsvaartuig
Het 4e en 5e district krijgt in 1922 het eerste motorloodsvaartuig. Het in 1907 gebouwde schip is 17 meter lang en heeft een Kromhout gloeikopmotor van 44 pk die het 5 mijl per uur laat lopen.

In 1937 worden de loodsvaartuigen voor de Nieuwe Waterweg bewapend met een kanon van 3,7 cm om te helpen voorkomen dat schepen de Waterweg uitlopen zonder toestemming van de Nederlandse autoriteiten. Daarvoor is er steeds op een van de loodsvaartuigen een kanonnier van de Koninklijke Marine aan boord. In 1977 kwam een nieuwer type.

Foto: Motorloodsvaartuig ‘Mirfak’, het nieuwste type van 1977.

Op een nieuwe manier aan boord
Rond 1950 wordt de geroeide loodsjol vervangen door de motorjol. Dit is dan een heel andere manier van aan boord komen dan in 1665. De loods klimt nu via een touwladder aan boord. Tevens wordt de mogelijkheid geboden om met behulp van een pilot-hoist te embarkeren. De pilot-hoist is een korte touwladder die aan twee dunne staaldraden hangt en mechanisch wordt opgehesen.

Nieuw kantoor havenloodsdienst
In oktober 1954 werd een nieuw kantoor geopend voor de havenloodsdienst. Dit was aan de oosterlijke ingang van de Merwehaven. Deze plaats was gekozen om de loodsen beter de gelegenheid te geven tijdig aan boord van de binnenkomende schepen te kunnen zijn. Het bleek een te grote afstand per fiets te zijn vanaf huis. Hierdoor bleef het kantoor leeg staan tot er een dienstauto een pendeldienst kon onderhouden.

Foto: Wachtkamer van de havenloodsen in het kantoor Merwehaven, 1960. Havenloods Jan Kooiman, ‘in de dagdienst’, verzorgt de administratie van de loodsreizen. Havenloods Wielemaker leest de telexberichten.

Eerste communicatie tussen wal en schip
Op 30 november 1956 neemt de haven van Rotterdam haar eerste Radarketen in gebruik. De communicatie tussen het schip en de walstations wordt onderhouden met portofoons.

Foto: De portofoon, radio-telefonietoestel voor contact tussen loodsen en radarwaarnemers, 1956-1967.

Starheid weg met vernieuwde Loodswet
De Rijksloodsdiensten waren vanaf 1859 wettelijk geregeld, maar op den duur bleek de loodswet zo star dat ze niet gemakkelijk te hanteren meer was.

Bijvoorbeeld; de Loodswet-1859 kon na de 2e wereldoorlog geen gelijke tred houden met de versnelde schaalvergroting van de schepen. Hiermee gingen namelijk ook grotere diepgangen gepaard, die een van de parameters waren voor het betalen van het loodsgeld.

Ook de ontwikkeling van de operationele diensten (kruisposten van de loodsvaartuigen, radiogebruik enz.) was niet in deze wet opgenomen.

Kortom een herziening van de eerste loodswet was dringend gewenst. In 1957 komt er een vernieuwde Loodswet tot stand.

Wereldprimeur voor het Loodswezen
In 1964 behaalt het Loodswezen de wereldprimeur met de tender “Albatros”. In die tijd het grootste vaartuig dat ooit was gebouwd met een huid, dekken en schotten van polyester. Het vaartuig heeft een lengte van 23,40 meter en een waterverplaatsing van slechts 35 ton. De machine van 616 pk zorgt voor een snelheid van 14 mijl. Het schip komt op 29 november in dienst te Hoek van Holland. Deze nieuwe loodsvaartuigen zijn in staat om van de wal af, regelrecht de schepen op zee van een loods te voorzien.

Andere manier van beloodsen
Het Loodswezen besteld in 1966 twee loodsvaartuigen met dieselelektrische voortstuwing tot 1200 pk machinevermogen die tot 13 mijl per uur lopen. Ook worden er plannen gemaakt om proeven te nemen voor helikopterbeloodsing. In april 1969 vinden er testen plaats voor de beste kleding en uitrusting betreffende helikopterbeloodsing. Op 28 april dat jaar wordt voor het eerst de Britse Shelltanker “Macoma” per KLM helikopter beloodst. En in december loopt de eerste 62-voeter de Shelltanker binnen in Europoort (Beneluxhaven).

Foto: een groot zeeschip ontvangt een loods per helikopter.

Vervoer naar en van boord
In een verordening van 1937 staat dat de kosten van het aan boord brengen en van boord halen van een loods ten laste komt van de degene die de loods besteld. In Rotterdam kennen ze dan nog geen eigen verzorging van vervoer. Het vervoer van loodsen werd gedaan met de sleepboten en de boten van de roeiers (vastmakers).

Foto: De RVE18, werkboot van de vastmakers, tevens loodsafhaalboot op de rivier in Rotterdam tot na 1967.

Nieuwe districten
Bij het Koninklijk Besluit van 10 april 1972 wordt gesproken over de districten Noord, IJmond, Rijnmond en Scheldemonden. Hiermee worden de districten bedoeld die vroeger het 1e-2e,, 3e, 4e-5e, en 6e district genoemd werden.

Foto: Het havengebied van Rotterdam werd in 1904 getekend door E. Hesmert.

Loods aan boord van 2500e schip
Op 26 april 1975 krijgt de BP-tanker ‘British Surveyor’ als 2500e schip de loods via de lucht aan boord. De Eurogeul wordt dat jaar geschikt gemaakt voor schepen tot 68 voet. Nog weer later wordt de geul verdiept tot 72 voet. Bij de bouw van de nieuwe zeekademuren voor erts- en kolenoverslagbedrijven wordt dan al rekening gehouden met een diepgang tot 75 voet.

Foto:het uitzicht van de havenloods op de door hem geloodste tanker met assisterende sleepboten, 1975.

Overgang loodsdienst naar V&W
Door allerlei ontwikkelingen wordt in 1977 een Commissie ‘op brede basis’ ingesteld die zal adviseren in hoeverre de thans bestaande Loodswet 1957 zal moeten worden herzien om aan de eisen van de tijd te voldoen. In 1980 is er een overgang betreffende de loodsdienst van Defensie naar V&W (DGSM).

Verkeers Begeleidend Systeem
Op 7 april 1987 worden de oude walradarposten gesloten en vervangen door een nieuw Verkeers Begeleidend Systeem (VBS). Hierdoor is radardekking gegarandeerd vanaf het begin van de Eurogeul tot voorbij de Van Brienenoordbrug en de Spijkenissebrug, met inbegrip van alle grote havenbekkens.

Op 1 september 1988 wordt de loodsdienst verzelfstandigd.
Het Loodswezen werd in1988 als organisatie buitenambtelijk verzelfstandigd. Het dienstverleningsniveau ging van de ene op de ander dag omhoog. Er was nu altijd een loods beschikbaar en er waren geen wachttijden meer.

Nieuwe loodsjollen, IVS, helikopter en tender
In 1992 worden de snelle aluminium loodsjollen in gebruik genomen. Zij hebben een snelheid van 20 à 25 mijl per uur.

Tevens wordt op 11 november de dienstverlening in Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam-IJmond en Scheldemonden uitgebreid met beloodsing per eigen loodsenhelikopter.

Op 1 september dat jaar wordt ook het Verkeers Begeleidend Systeem (VBS) vervangen door het Informatie Verwerkend Systeem (IVS).

De eerste Jet-gedreven tender ‘Voyager’ wordt in 1993 bij Hoek van Holland in gebruik genomen.
De snelheid van deze tender is 28 mijl per uur. Het bijzondere aan dit schip is zijn snelheid, maar tevens dat de bovenbouw is gemaakt van sandwichpanelen, vervaardigt uit thermoplastische vezelversterkte kunststof ‘huiden’ met daartussen een honingraat constructie. Dit composietmateriaal is afkomstig van de vliegtuigindustrie. Het casco van dit schip is gemaakt van aluminium.

Concept SWATH-loodsvaartuig
In 1996 ligt het eerste ontwerp van een Swath loodsvaartuig klaar. Het conceptueel ontwerp werken ze verder uit, zodat modelproeven kunnen worden uitgevoerd bij het Marin te Wageningen. Hier worden nog proeven mee gedaan om te toetsen of het mogelijk is een optimale rompvorm te verkrijgen, zodat er een minimalisatie ontstaat van scheepsbewegingen, slingeren, stampen en dompen, minimale scheepsweerstand en maximale manouvreerbaarheid.

Van 2000 tot heden

2001 - Nieuwe helikopter
Op 23 februari 2001 wordt de nieuwe helikopter, de SA 365 N3 gedoopt door de echtgenote van burgemeester van Rotterdam, de heer Opstelten. Dankzij de 38% krachtiger motoren is de SA 365 N3 geschikt voor hoisting in de zomer, dus ook in gevallen zonder wind.

2001 - Aspiranten worden weer aangenomen
Na een jarenlange stop van loodsenopleidingen zijn de opleidingen vanaf 2001 weer van start gegaan voor aspiranten.

2002 - Loodswezen stapt ruimtevaarttijdperk binnen
Juni 2002. Hypermoderne 'space-age' technologie gaat loodsen ondersteunen, met NMS, Navigator Marginale Schepen. Grote zeeschepen met een diepgang van meer dan tien tot vijftien meter doen meer en meer onze zeehavens aan. Maar zulke schepen hebben soms niet meer dan een halve meter water onder de kiel. Vandaar dat het Loodswezen met gebruik van de laatste technologische ontwikkelingen deze havens nog beter en veiliger toegankelijk wil maken.


2003 - Loodsen houden monopoliepositie, maar moeten wel de tariefstructuur aanpassen.
April 2003. De Nederlandse zeeloodsen behouden voorlopig hun monopoliepositie. Minister De Boer (voorheen Verkeer en Waterstaat) ziet voorlopig af van marktwerking en wil het Loodswezen een concessie van tien jaar geven voor de beloodsing van zeeschepen naar en vanuit Nederlandse havens. Wel moeten de tarieven worden aangepast en wil de minister daarbij veel meer zeggenschap.

2003 - UMTS-technologie maakt haven veiliger.
Oktober 2003. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (GHR) en het Loodswezen Regio Rotterdam-Rijnmond nemen samen deel in een proef met nieuwe UMTS-technologie van KPN Mobiel. Streven is onder meer de loodsen door middel van deze snelle vorm van mobiele communicatie te voorzien met gegevens als stroomsnelheid, waterhoogte en windsnelheid.

2005 - Uitreiking eerste ISPO certificaat.
Loodswezen regio Rotterdam-Rijnmond ontvangt het eerste ISPO Code certificaat door Lloyd's register EMEA.

2006 - Doop SWATH 'Perseus'.
Op 20 januari 2006 doopt hare Koninklijke Hoogheid prinses Margriet de 2de SWATH van het Nederlands Loodswezen. Het vaartuig krijgt de naam 'Perseus', vernoemd naar het sterrenbeeld Perseus, de zoon van Zeus.

2007 - Verhuizing heliport naar Pistoolhaven
19-januari-2007. I.v.m. de aanleg van de Tweede maasvlakte is de helikopterhangar verplaats van de Maasvlakte naar de Pistoolhaven.

2007 - Aanvang bouw nieuw pand aan de Pistoolhaven.
Op donderdag 22 maart is de bouw van het nieuwe regiopand op de locatie aan de Pistoolhaven officieel van startgegaan.